Pasticcio
Met Lorenzo Coppola - klarinet
Penta Quintet legt samen met Lorenzo Coppola onvermoede verbanden bloot tussen het theater in Mozarts opera en zijn kamermuziek. Coppola is als geen ander in staat om in Mozarts muziek, in het bijzonder zijnkamermuziek, de Commedia dell’ Arte te herkennen. Hij ís de Commedia dell’Arte zelf: Papageno, Pedrillo èn Costanze tegelijkertijd. Elke zin waarin Mozart zichzelf citeert in de kamermuziek, wordt door Coppola herkend als een aria uit een opera, want hij kent ze stuk voor stuk uit zijn hoofd. Alle stijlfiguren, gestes, muzikale zinnen en zelfs soms aparte noten krijgen een betekenis binnen het verhaal. Woorden zijn overbodig om het verhaal van de Commedia te vertellen. Coppola spreekt en zingt met zijn klarinet als een ware diva.
Mozart creëerde tussen 1782 en 1791 enkele van zijn belangrijkste opera’s: Die Entführung aus dem Serail (1782), Le nozze di Figaro (1786), Die Zauberflöte (1791) en La Clemenza di Tito (1791) Maar dat was lang niet het enige wat hij deed. Ondertussen componeerde hij gestaag door aan een strijkkwartet, pianokwartet, pianotrio’s, liederen, een symfonie, twee concerten en ga zo maar door.
In het voorjaar van 1787 voltooide hij zijn strijkkwintet in c-klein en in december 1789 werd zijn klarinetkwintet voor het eerst uitgevoerd. Nulla dies sine linea was zijn motto: geen dag zonder een lijn op papier te zetten. Deze ‘componeer-flow’ van al die verschillende genres inspireerde ons om de operateske invloeden in Mozarts late kamermuziek te onderzoeken.
Mozarts kwintetten zijn doordrenkt met theatrale uitingen van trouw, liefde, bedrog, wraak en vergeving, zoals veelvuldig bezongen in zijn opera’s.
Met dit programma halen Penta en Lorenzo Coppola de muur neer tussen theater en huiskamer. Kamermuziek als opera. Opera als kamermuziek. Mozart op zijn hoogtepunt waar het kleine werk niet voor het grote onderdoet.
Programma
Delen uit:
W.A. Mozart - Strijkkwintet in C-groot, KV 515
W.A. Mozart - Klarinetkwintet in A-groot, KV 581
W.A. Mozart - Aria’s uit Le Nozze di Figaro, Die Entführung aus dem Serail, Die Zauberflöte en
La Clemenza di Tito, gearrangeerd voor klarinet en strijkkwintet
J. Haydn - Bariton-trio’s op.35 en op.113
Lorenzo Coppola
klarinet
Lorenzo Coppola studeerde bij Eric Hoeprich aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag.
De klarinettist musiceerde in de loop der jaren met een reeks bekende gezelschappen in de wereld van de historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk, waaronder Les Arts Florissants, La Petite Bande, het Orkest van de Achttiende Eeuw en het Freiburger Barockorchester. Bij het laatstgenoemde gezelschap gaf Coppola regelmatig masterclasses, om zo zijn kennis wat betreft interpretatie en speelwijzen van oude muziek over te dragen op collega’s en studenten. Lorenzo Coppola voert ook graag kleinbezette kamermuziek uit, waarvoor hij bijvoorbeeld samenwerkte met het Kuijken Kwartet, Ensemble Zefiro, het Terpsycordes Kwartet en pianist Alexander Melnikov. Op cd nam Lorenzo Coppola muziek op van onder anderen Mozart, Beethoven, Brahms en Vivaldi. (Bron: Preludium)